Meer verantwoordelijkheid dan de meeste ’collega’s bij Hydro
Sten Roar Martinsen houdt Hydro's CEO in het gareel. Als werknemersvertegenwoordiger in de raad van bestuur heeft hij een grotere verantwoordelijkheid dan zijn ’collega’s om te waarborgen dat Hydro op koers blijft. En met 35.000 collega's in 40 landen, heeft hij meer dan genoeg stof tot nadenken.
De werknemersvertegenwoordiger en de CEO kennen hun rollen als geen ander. Samenwerking is een bepalende factor in het Scandinavische managementmodel en door de jaren heen heeft samenwerking een steeds belangrijkere rol ingenomen bij Hydro.
Een cruciaal moment vond plaats in 1967 toen het hoofd van het bedrijf met de vakbonden overeenkwam om nieuwe manieren van samenwerking te proberen. Deze samenwerkingspogingen in Noorwegen trokken de aandacht van bedrijven over de hele wereld. Zo gaven Japanse bedrijven hun operators meer inspraak.
Een bedrijfscultuur gebaseerd op innovatie en samenwerking
Toen Sten Roar Martinsen na afronding van zijn militaire dienst in 1983 bij Hydro in Karmøy in dienst trad als operator, kwam hij terecht in een bedrijfscultuur die werd gekenmerkt door innovatie en samenwerking. Slechts twee jaar later werd hij gekozen tot werknemersvertegenwoordiger. Daarna ontstond er een sneeuwbaleffect en is zijn benoeming tot werknemersvertegenwoordiger uitgegroeid tot een fulltime functie.
Deze koers is niet vooraf uitgezet en Sten Roar weet nog steeds niet hoe alles precies is verlopen.
“In eerste instantie voelde het alsof alles per toeval gebeurde, maar ik genoot van de functie. Ik vind het fijn om invloed te kunnen uitoefenen en bij Hydro kunnen medewerkers dat. We zijn behoorlijk proactief om het zo maar eens te zeggen.”
In gesprek met Hydro management
In die tijd bevonden de meeste van de collega's van Sten Roar zich in Noorwegen. Hij herinnert het zich nog als de dag van gisteren dat de CEO hem ergens in de jaren 90 vertelde dat Hydro nu net zoveel medewerkers in het buitenland had als in Noorwegen. Nu bevinden de meeste collega's zich buiten Noorwegen. Er staan meer medewerkers op de loonlijst in Duitsland, de VS en Brazilië dan in Noorwegen.
En de rol van de werknemersvertegenwoordiger is overeenkomstig deze trend veranderd. Een groot deel van zijn werk omvat tegenwoordig het waarborgen dat werknemersvertegenwoordigers in andere delen van de wereld net zo in gesprek gaan met het management als in Noorwegen. Dat is niet altijd eenvoudig gezien de grote variëteit aan culturen en tradities. Dat geldt ook voor de nationale wetgeving, waardoor er vaak lokale aanpassingen nodig zijn.
In sommige landen zijn vakbonden niet eens toegestaan, en moeten er dus andere manieren worden gevonden om medewerkers bij alles te betrekken. Op sommige locaties wordt de relatie tussen vakbonden en management gekenmerkt door confrontaties en conflicten.
De beste oplossing vinden
In Noorwegen weten de meeste mensen dat iedereen in hetzelfde schuitje zit. Sten Roar Martinsen denk dat hier verschillende redenen voor zijn. Een ervan is tripartiete samenwerking – samenwerking tussen vakbonden, werkgevers en de regering – die in de jaren 90 nieuwe en constructieve vormen aannam.
“Bij het bedenken van de beste oplossing, stonden wij van de vakbonden vaak aan het roer. En trapten wij soms op de rem als het management er alleen op uit wilde gaan.”
Wij zijn aluminium.