Skip to content
a group of men working on a machine

Stories by Hydro

CBAM: Europa’s CO₂-arme aluminium wordt bedreigd door een grote maas in de wet

Er is dringend actie nodig om de maas in de wet inzake CBAM-schroot te dichten, omdat deze Europa’s industriële concurrentiekracht, veiligheid en klimaatdoelstellingen ondermijnt.

Het Carbon Border Adjustment Mechanism (CBAM) van de EU is een baanbrekend instrument om de CO₂-beprijzing in Europa uit te breiden naar geïmporteerde producten. Het is bedoeld om eerlijke concurrentie te garanderen tussen EU-industrieën en die in landen met een minder ambitieus klimaatbeleid. CBAM is bedoeld als klimaatinstrument én als mechanisme om het concurrentievermogen van Europese industrieën die zich inzetten voor een duurzame toekomst te beschermen.

De huidige CBAM-regels bevatten echter een kritieke tekortkoming: ze houden geen rekening met alle CO₂-emissies van geïmporteerde aluminiumproducten, waardoor de principes die CBAM juist moest handhaven worden ondermijnd. Dit brengt zowel de wereldwijde klimaatambities van Europa als het concurrentievermogen van industrieën die de transitie naar een CO₂-arme economie maken in gevaar.

De kwestie

Volgens de huidige CBAM-methodologie krijgt hersmolten aluminiumschroot nul emissies en dus geen CO₂-kosten. Dit geeft producenten buiten de EU een aanzienlijk kostenvoordeel, omdat zij onder CBAM CO₂-kosten kunnen ontwijken, terwijl Europese producenten moeten betalen vanwege het EU-emissiehandelssysteem (EU ETS). In de EU zijn deze kosten doorberekend in de prijs van aluminium in de gehele waardeketen – ook voor schroot, dat de prijs van primair aluminium nauw volgt. Hierdoor worden Europese recyclebedrijven en fabrikanten geconfronteerd met een volledige CO₂-kostenlast, terwijl hun internationale concurrenten dat niet hebben.

Aluminiumschroot vertegenwoordigt een aanzienlijk deel van de wereldwijde aluminiummarkt. Door de huidige uitsluiting van schroot kan bijna 50 procent van al het aluminium wereldwijd de CBAM-kosten ontwijken. Tegen 2035 zou dit ertoe kunnen leiden dat Europese recyclebedrijven te maken krijgen met meer dan 10 procent hogere inputkosten in vergelijking met hun collega’s buiten de EU – tot meer dan € 200 per ton aluminium. Dit kostennadeel weerspiegelt de crisis die de aluminiumindustrie trof tijdens de piek in de energieprijzen na de Russische inval in Oekraïne, met dit verschil dat het dit keer een permanente last voor de Europese industrie dreigt te worden.

Ondertussen kunnen buitenlandse concurrenten aluminium in Europa verkopen tegen dezelfde prijs als Europese producenten, terwijl ze veel lagere CO₂-kosten betalen. Dit stelt hen in staat om enorme winsten te behalen ten koste van onze eigen industrie.

Deze maas in de wet zou buitenlandse producenten ook kunnen aanmoedigen om de hoeveelheid schroot kunstmatig te vergroten – door overproductie, hersmelting en export van aluminiumschroot naar Europa, onder misleidende beweringen dat het ‘CO₂-vrij’ is.

Dit ondermijnt het doel van CBAM, verzwakt de wereldwijde prikkels voor decarbonisatie en misleidt tegelijkertijd EU-consumenten. Door zulke grote mazen in de wet open te laten voor misbruik, worden de EU en haar lidstaten bovendien beroofd van belangrijke CBAM-inkomsten.

Steeds meer rapporten – waaronder de consultancystudies van de Europese Commissie voor secundaire CBAM-wetgeving en het rapport van Mario Draghi over het concurrentievermogen van de EU – benadrukken de risico’s van deze maas in de wet. Een analyse van adviesbureau Arkwright waarschuwt dat tot 35 procent van de aluminiumrecyclingcapaciteit in de EU verloren kan gaan als deze maas niet wordt gedicht.

Onze oproep tot actie

We dringen er bij de EU-instellingen sterk op aan om deze tekortkomingen in de CBAM-methodologie dringend aan te pakken, zodat alle schrootproducten in CBAM worden opgenomen en standaard worden behandeld alsof ze dezelfde emissies hebben als primair aluminium. Er is nog tijd om deze aanpassing door te voeren voordat de methodologie voor de berekening van ingebedde emissies voor de permanente fase van CBAM later dit jaar wordt afgerond. De EU-instellingen hebben de noodzaak al erkend om omzeiling en onbedoelde verstoringen in de waardeketen tot een minimum te beperken.

Door deze maas in de wet te dichten, wordt de effectiviteit van CBAM bij het beschermen van Europese CO₂-arme industrieën vergroot, CO₂-lekkage voorkomen en de wereldwijde decarbonisatie gestimuleerd. Dit wordt bereikt door te garanderen dat alle producenten, binnen en buiten de EU, dezelfde prikkels voor CO₂-beprijzing krijgen.

Vragen en antwoorden: CBAM en aluminiumschroot-maas in de wet

Voor meer gedetailleerde inzichten in deze kwestie kunt u de volgende uitgebreide Q&A bekijken:

Hydro’s grootste zorg is dat het huidige ontwerp van de CBAM een oneerlijk concurrentienadeel oplevert voor producenten en recyclers van CO₂-arm aluminium in de EU/EER. De verordening kent nul emissies toe aan de import van aluminiumschroot, waardoor buitenlandse concurrenten hersmolten aluminium op de Europese markt kunnen verkopen zonder dezelfde CO₂-kosten te dragen als producenten binnen de EU. Dit creëert een grote maas in de regelgeving. Het ondermijnt het fundamentele principe van de CBAM — gelijke kosten voor gelijke emissies — en bedreigt het concurrentievermogen van de Europese aluminiumindustrie, terwijl het er niet in slaagt om wereldwijde decarbonisatie effectief te stimuleren.

Ja. Naast de leemte in de CBAM-regels voor schroot maakt Hydro zich grote zorgen over de mogelijke opname van indirecte emissies uit elektriciteit bovenop de directe emissies, evenals over de beperkte reikwijdte van CBAM.

Indirecte emissies vallen momenteel buiten het toepassingsgebied van CBAM voor aluminium, maar de Europese Commissie beoordeelt of deze op termijn moeten worden opgenomen. De opname van indirecte emissies zou Europese aluminiumproducenten onterecht benadelen, aangezien zij al te maken hebben met hoge indirecte CO₂-kosten als gevolg van het EU ETS en het Europese marginale prijssysteem voor elektriciteit. Deze indirecte CO₂-kosten zijn uniek voor Europa. Als indirecte emissies worden toegevoegd terwijl de compensatie voor indirecte kosten wordt afgeschaft, zouden de kosten voor EU-producenten aanzienlijk stijgen—zelfs voor bedrijven die 100% hernieuwbare energie gebruiken—terwijl deze kosten niet gelden voor producenten uit derde landen.

Hydro pleit ervoor om indirecte emissies pas op te nemen in CBAM wanneer het Europese elektriciteitsnet aanzienlijk verder is gedecarboniseerd en het CO₂-prijselement in de elektriciteitsprijs substantieel lager ligt. Daarnaast is Hydro van mening dat de ETS-compensatie voor indirecte CO₂-kosten, die door nationale overheden wordt toegekend aan energie- en handelsintensieve sectoren, een veel effectiever instrument is om CO₂-lekkage te voorkomen en daarom ook na 2030 moet worden voortgezet.

Een ander punt van zorg is dat CBAM momenteel alleen primair aluminium en enkele halffabricaten omvat, maar geen eindproducten. Dit kan leiden tot hogere kosten in de hele toeleveringsketen en het risico op CO₂-lekkage vergroten. Hydro vraagt daarom om CBAM uit te breiden naar alle producten met een hoog aluminiumgehalte. De Europese Commissie heeft dit risico erkend en werkt momenteel aan een oplossing.

Producenten uit derde landen kunnen hersmolten aluminiumschroot naar Europa importeren en dit presenteren als “CO₂-vrij” materiaal, terwijl de oorspronkelijke productie gepaard ging met aanzienlijke CO₂-uitstoot. Hierdoor verkrijgen buitenlandse recyclebedrijven en schroothandelaren een oneerlijk kostenvoordeel ten opzichte van Europese producenten, die in elke fase van het productieproces betalen voor hun CO₂-emissies.

De meest effectieve oplossing is om alle importen van aluminium op basis van schroot onder CBAM te brengen en het schrootgehalte een standaard CO₂-waarde toe te kennen die gelijk is aan die van primair aluminium. Dit zou ervoor zorgen dat geïmporteerde producten hun werkelijke CO₂-footprint weerspiegelen en omzeiling via onjuist gerapporteerd schrootgebruik voorkomen.

Daarnaast moet de Europese Commissie robuuste verificatiemechanismen invoeren voor het gedeclareerde gerecycleerde gehalte van geïmporteerd aluminium, om omzeiling te voorkomen. Deze maatregelen moeten worden ingevoerd vóór de permanente fase van CBAM ingaat.

Deze leemte wordt nu al uitgebuit. Sommige bedrijven adverteren met “CBAM-ready” aluminium op basis van gemakkelijk hersmeltbaar schroot. Door de huidige uitsluiting van schroot kunnen tot wel de helft van alle aluminiumproducten wereldwijd de CBAM-kosten ontwijken, terwijl producenten in de EU/EER de volledige CO₂-kosten van het EU ETS dragen. Tegen 2035 zou deze regelgevingskloof kunnen leiden tot een 10% hogere kostenlast voor EU-recyclers ten opzichte van concurrenten uit derde landen, wat neerkomt op een potentieel kostennadeel van meer dan € 200 per ton aluminium.

De huidige omzeilingsregels zijn ontoereikend omdat ze de fundamentele tekortkoming in de methodologie niet aanpakken: de toewijzing van nulemissies aan aluminiumschroot. Als CBAM geen emissies toewijst aan hersmolten schroot, zullen de handhavingsmechanismen ineffectief blijven, aangezien producenten van buiten de EU dit juridische achterpoortje kunnen benutten.

De kwestie krijgt steeds meer aandacht omdat de praktische implicaties van de CBAM-methodologie steeds duidelijker worden. Deze methodologie wordt vastgelegd via secundaire wetgeving, en niet in de CBAM-verordening zelf. Analisten (Engels) uit de sector hebben benadrukt hoe de verordening onbedoeld schadelijk zou kunnen zijn voor de Europese industrie. Ook de Europese Commissie heeft erkend dat onbedoelde neveneffecten moeten worden beperkt en werkt momenteel aan de regels voor de permanente fase van CBAM. Dit betekent dat er nog voldoende tijd is om noodzakelijke aanpassingen door te voeren.

Als er niets verandert, zal CBAM:

  • De CO₂-lekkage verergeren door een blijvende kostenlast op te leggen aan de Europese industrie, vergelijkbaar met de energiecrisis na de Russische inval in Oekraïne.
  • De kosten verhogen voor Europese aluminiumproducenten en -recyclers, terwijl buitenlandse concurrenten een aanzienlijk kostenvoordeel genieten, wat de Europese concurrentiekracht ondermijnt.
  • De export van hersmolten procesafval naar Europa stimuleren onder valse claims van “CO₂-vrijheid”, waardoor echte inspanningen voor decarbonisatie worden ondergraven.
  • De strategische autonomie van Europa op het gebied van kritieke grondstoffen in gevaar brengen, met name voor defensie en de energietransitie.

Door aluminiumschroot een nul-CO₂-status toe te kennen, stelt CBAM buitenlandse producenten in staat om aluminium met een hoge CO₂-footprint als “groen” te bestempelen, enkel door het één keer te hersmelten vóór export. Dit vertekent de werkelijke milieu-impact van het materiaal en ondermijnt de legitieme duurzaamheidsinspanningen van Europese producenten.

Hydro steunt CBAM, op voorwaarde dat het zijn beoogde doelen bereikt: het beschermen van de Europese CO₂-arme aluminiumindustrie tegen CO₂-lekkage en het stimuleren van decarbonisatie in het buitenland. Dit vereist dat de schrootuitzondering dringend wordt aangepakt, de reikwijdte wordt uitgebreid naar downstreamactiviteiten en beperkt tot indirecte emissies. Alleen zo blijft CBAM doeltreffend en wordt de Europese industrie niet onbedoeld benadeeld.

Sommige belanghebbenden stellen dat het uitsluiten van aluminiumschroot van de CBAM-regeling nodig is om recycling te stimuleren en circulariteit te bevorderen. Dit standpunt negeert echter dat CBAM, in zijn huidige vorm, Europese recyclers onevenredig benadeelt. In plaats van circulariteit te ondersteunen, ondermijnt het de concurrentiekracht van de Europese aluminiumrecycling, terwijl buitenlandse concurrenten de maas in de wet kunnen benutten ten koste van de EU-industrie.

Daarnaast pleiten sommigen ervoor om aluminium volledig uit CBAM te schrappen. Hoewel de aluminiumindustrie aanvankelijk geen voorstander was van CBAM, zet Hydro zich in om het mechanisme te laten werken zoals bedoeld. Als CBAM niet naar behoren wordt hervormd, blijft gratis toewijzing onder het EU ETS een effectiever instrument om CO₂-lekkage te voorkomen, op voorwaarde dat het minstens op het huidige niveau wordt gehandhaafd. Bovendien mag CBAM geen vervanging zijn voor compensatie van indirecte CO₂-kosten als maatregel tegen CO₂-lekkage.

Hydro investeert in CO₂-vrije aluminiumproductie via hernieuwbare energiebronnen en geavanceerde recyclingtechnologieën. De huidige CBAM-structuur bemoeilijkt echter de concurrentiepositie van Hydro ten opzichte van producenten van buiten de EU, die de CO₂-kosten kunnen omzeilen via de schrootuitzondering.

De uitzondering ondermijnt de groene transitie van de EU door CO₂-intensieve import te stimuleren en tegelijkertijd de concurrentiepositie van Europese producenten te verzwakken. Dit ontmoedigt investeringen in écht CO₂-arme oplossingen binnen de EU en de EER.